De gezusters Holtman: #3 Chantals kip kerrie

Reading Time: 2 minutes

“Gadver, het ruikt hier naar Hindoestaans! Jullie eten altijd Hindoestaans hè?”

Ze was groot voor haar leeftijd. Groot en volgroeid. Zij was 13, ik 12. Op die leeftijd vertoef je vaker in elkaars ouderlijk huis dan de ouders misschien lief is. Maar alles went. Mijn ouders keken er inmiddels niet meer van op, van deze grote kindvrouw die bij tijd en wijle het huis binnen walste, ging zitten, een sigaret opstak (mijn ouders waren van het Vrije Opvoeden) en op luide toon allerlei vragen begon te stellen:

“Wat is dat?”

-Wat bedoel je Chantal?

“Dat spul dat u snijdt.”

-Dat is citroengras.

“Wát?”

-Citroengras.

“Wat is dat?”

Enzovoorts. Lomp was ze misschien, maar zeker niet onbeleefd. Haar moeder en soms nuchtere vader hadden goed bij haar ingeprent dat je alle volwassenen met ‘u’ diende aan te spreken.

Ze at niet zo vaak bij ons: “Ik hou niet van buitenlands. Jullie eten altijd buitenlands.” Mijn vader, nooit te beroerd om in een vlaag grootmoedigheid toenadering te zoeken tot een andere sociale klasse, vroeg haar eens wat zíj dan lekker vond. Tot zijn verbazing was haar antwoord ’kip kerrie’. Hier kon mijn vader wat mee. Er werd afgesproken dat als Chantal volgende week bij ons zou komen eten, er ‘kip kerrie’ op het menu zou staan.

kip kerrie, margot holtman, illustratie, potaatoo

Copyright Margot Holtman Illustrations

Elke thuiskok weet dat klassieke gerechten vele gedaantes kennen, en vele interpretaties. Mijn vaders interpretatie van ‘kip kerrie’ kwam ongeveer hier op neer: Drumsticks marineren in kerrie madras, grillen in de oven, serveren met basmati rijst, allerhande groenten, en veel koriander en knoflook. Dit kwam niet overeen met Chantals interpretatie. In plaats van een hap te nemen, bekeek ze haar bord, trok een vies gezicht en riep boos:

“Gadverdamme, wat goor! Dat eet ik niet!”

Wij waren veel gewend, maar niet zo veel.

“Ja sorry hoor, ik vind het echt smerig, meneer Holtman. Ik bedoel het niet lullig, maar dit eet ik echt niet op.”

Ze stak een sigaret op. Mijn vader was inmiddels rood aangelopen, en beet haar toe: “Chantal, wil je alsjeblieft níet roken terwijl wij eten?” Ze stond op en ging op de bank in de woonkamer zitten. Daar zette ze de tv aan en zapte naar RTL4.

Ik bekeek mijn ouders, die verwoed in hun bord prikten, met een lichte teleurstelling. Was dit hun reactie? Mijn zusje had intussen alles wat niet onder de noemer ‘rijst’ viel van haar bord afgeschoven. Mijn ouders zagen het niet.

Twee weken later at ik bij Chantal. In haar huis aten ze altijd stipt om half 6. Het was mei: het zonlicht bescheen de witte, met kunststof lambrisering beklede muren. De tafel, eveneens wit, had de vorm van een achthoek. Mijn blote dijbenen plakten aan de tuinstoelen. Chantals moeder zette de borden voor ons neer. Chantal schonk voor zichzelf een groot glas cola in. Op de borden lag een grote berg toverrijst, bedenkt door een felgele drab met stukken kipfilet. “Dank u wel, mam”, zei Chantal, en begon te eten. Ze keek op en legde me toen uit: “Dit is nou echte kip kerrie”.

Eerder verschenen op Potaatoo

Gezusters Holtman #4: Christ wil onze borden aflikken
No Comments

Post A Comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

Psst.. ik maak heel lekkere granola. Recept hebben? Laat je e-mailadres achter
En dan ontvang je meteen mijn nieuwsbrief (waar je je eventueel, ooit, later als je groot bent, altijd gratis en voor niks kunt afmelden)