23 Jun Gezusters Holtman #4: Christ wil onze borden aflikken
Reading Time: 2 minutes
Het is zes uur en we zitten aan tafel. Ondanks hun drang naar een vrijgevochten leven, hebben mijn ouders zich erbij neergelegd dat het handig is om met jonge kinderen op een ‘burgerlijk tijdstip’ te eten. We eten nasi. Mijn zusje is allergisch voor soya, dus zij krijgt rijst met boter en bruine suiker.
“Kom schat, eten”, maant mijn vader mij. “Ik wil dat ook. Ik vind nasi vies en pittig”, pruttel ik terwijl ik naar het bord van mijn zusje wijs. “Je eet gewoon je bord leeg,” zegt mijn vader. Ik overdenk mijn strategie. Ik ga eerst – heel langzaam – de lekkere vleesjes uit de nasi eten. En dan, als iedereen klaar is en van tafel gaat, steek ik mijn bord snel onder tafel. Dan kan onze hond de rest opeten.
Dan gaat de deurbel.
In de vriendenkring van mijn ouders bevinden zich geen mensen met kinderen. Er is een stel dat ze niet wil. Er is een stel dat ze niet kan krijgen. Een aantal vrienden hééft niemand om ze mee te krijgen. En de enige kennis die wel een kind heeft, is volgens mijn moeder een manipulatieve macrobiotische trut, dus die zien we nooit. De kinderloze vriendenkring weet dat wij rond zes uur altijd thuis zijn. En dus komen mensen regelmatig rond dit tijdstip ‘even een bakkie doen’.
“Christ!”, zegt mijn vader. “Kom d’r in.” Ik hoor de tegenzin in zijn stem. Een man met een lange vlecht en een zwarte hond stappen de woonkamer binnen. “Ik was in de buurt. Ik dacht, ik kom even een bakkie doen”, zegt Christ met zijn zachte, Limburgse accent.
Mijn vader pakt een stoel en zet die naast mij. Christ gaat zitten. Hij ruikt naar oude kaas. Zijn hond Wobbe gaat naast onze hond onder tafel liggen. “Lust jij nasi?”, vraag ik aan Christ. “Hmm, heerlijk. Nasi”, antwoordt Christ zangerig. “Wil jij dan mijne eten opeten?” “Dagmar!”, bast mijn vader. Ik prik weer in de stukjes vlees. Als iedereen klaar is, behalve ik, en Christ voor de derde keer heeft gezegd dat hij echt geen bord wil om mee te eten, begint mijn vader de borden te stapelen. Mij kijkt hij streng aan.
“Ach Cees”, zegt Christ. “Ga je dat weggooien?” Hij wijst naar de stapel vieze borden. “Zonde, ik lik ze wel af.”
Ik zie mijn vader naar Christ staren met een lege blik. En snel kieper ik mijn bord onder tafel.
Dit verhaal verscheen eerder in de rubriek De Gezusters Holtman, op de website van Potaatoo.
Illustratie: Margot Holtman
No Comments